REKENEN +/-

Rekenen is eindeloos wanneer je een getallenlijn gebruikt. Voor veel beelddenkers dus ook niet zo'n fijn middel om mee te leren rekenen.

Veel beelddenkers hebben problemen met het automatiseren van sommen en tafels. Vaak begrijpen ze het nut er ook niet van. Vaak begonnen de problemen dan ook ergens anders. Ik ga proberen dit uit te leggen.

1. Werkrichting: In Nederland hebben we afgesproken dat we lezen van links naar rechts en dus ook sommen lezen van links naar rechts. Neem de som 5+3= als voorbeeld. Of ik deze nu van links naar rechts of van rechts naar links lees is geen probleem. Mijn antwoord blijft hetzelfde. Maar als ik de som 13-7 uit moet rekenen dan MOET ik links beginnen. Tóch zijn er veel beelddenkers die hier fouten maken. Je zult dan ook horen dat je thuis meer moet gaan doen aan de minsommen. Kinderen met een verkeerde werkrichting (waar ze overigens niks aan kunnen doen) kunnen ook lang de "B" en de "D" omdraaien, dit is namelijk precies hetzelfde verhaal. In ons hoofd draaien we de letters gewoon om.

2. Getalbegrip

Een kind moet ook getalbegrip ontwikkelen. Dit houdt in dat bijvoorbeeld het cijfer 6 "zes" betekent. Maar ze moeten ook weten dat 6 vliegtuigen qua hoeveelheid hetzelfde betekent als 6 pepernoten. De voorwerpen verschillen allen in grootte. Dit is voor veel kinderen best pittig!

Bij zes vliegtuigen heeft de beelddenker een beeld van iets groots en bij zes pepernoten heeft de beelddenker een beeld van iets kleins. De pepernoten passen op je hand en de vliegtuigen niet.
Maar beide hebben dezelfde hoeveelheid. Dit is lastig voor een beelddenker.
Door zijn beeld zal hij in eerste instantie zeggen dat zes vliegtuigen meer is.

Er komt dus een heleboel bij kijken om goed te kunnen leren rekenen.

Om ervoor te zorgen dat beelddenkers een goede werkrichting ontwikkelen is het van belang dat ze van links naar rechts leren werken. De methode Ik leer anders gebruikt hiervoor het "honderdveld". Deze kun je downloaden en meegeven met je kind naar school.

Om te weten hoe je deze het beste kunt gebruiken volg je de handleiding.

Getalbegrip ontwikkelt een kind tussen de 3-5 jaar. Maar dit is niet bij ieder kind het geval. Spelenderwijs leren kinderen wat de getallen precies betekenen, laat ze dus ook lekker spelen.

Bij beelddenkers moet je er ook rekening mee houden dat ze de lesstof via verschillende ingangen te "horen" moeten krijgen. Via het gehoor (auditief) via zien (visueel) via het gevoel (tactiel) en via beweging en ritme. Tafels springen, optelsommen springen enz. zijn allemaal oefeningen die kinderen écht helpen om de lesstof eigen te maken! Het moet beklijven.